Vanochtend op tijd opgestaan om te kijken of de wind inderdaad gunstig genoeg was om te vertrekken. Dat was inderdaad het geval, hij zat nog wel in de westhoek maar de verwachting was dat hij meer naar het noordelijk kwadrant zou gaan. Op het eiland Alderney is een mooie baai waar je aan een mooring kan liggen of ankeren, echter met een noordelijke wind lig je daar erg hobbelig, de golven vanaf zee hebben dan vrij spel in de baai. Daarom besloot ik om niet naar Alderney maar naar Guernsey te gaan, dus 45 mijl in plaats van 27 mijl te varen. Omdat in eerste instantie de wind nog westelijk was, heb ik het stuk naar Cap de la Hague met motorkracht gedaan (en het grootzeil erbij ter stabiliteit). Ik had al verhalen gelezen en gehoord over de Race van Alderney (het stuk water tussen Alderney en Cap de la Hague), maar ik had het zo berekend dat ik daar met kentering zou zijn. Echter wat even tegenviel (wat heet….) dat was het water net ten noorden van de kaap, ondanks dat het slechts 10 tot 12 knopen waaide, was het water daar ontzettend onrustig met golven kort en stijl, dat was niet leuk meer. Maar ja, ik had daar de stroom al mee dus dat was even een uurtje doorbijten. In de Race zelf was het daarentegen erg rustig, dankzij het juiste tijdstip. Daar heb ik ook nog even een uur de fok er bij getrokken en kon er echt gezeild worden. Jammer genoeg viel daarna de wind wat weg en moest toch de motor er weer bij aan gezet worden. Kort voor ik bij Guernsey was, werd het toch nog even bezeild, dus nog even een half uurtje zonde het gebrom van de Yanmar. Tussen die eilanden was het wel erg vlagerig, de ene keer vrij weinig en een moment later ineens een knoop of 6 meer wind. Precies bij een grote boei waaronder een ondiepte zit, was de wind even minder en de stroom zette mij juist naar de ondiepte toe. Dus gauw even de hulp ingeroepen van de motor die gelukkig meewerkte. Kort voor de havenmonding de fok ingerold en het grootzeil naar beneden gehaald. In de voorhaven was ergens een wachtsteiger maar alles was daar zo vol dat die niet te zien was. Gelukkig kwam een havenmeester in een bootje naar elke boot toe en vertelde waar je moest gaan liggen.
Om naar de binnenhaven te kunnen gaan moest er eerst voldoende water boven de drempel komen te staan. Met laag water is de bovenkant van de drempel ongeveer 4,5 meter boven de waterspiegel, maar ja het verval kan daar ongeveer 8 meter zijn, afhankelijk van dood- of springtij. Bij de wachtsteiger was het een drukte van jewelste, het leek wel of iedereen hier met hun boot naar toe kwam. We lagen met 7 boten naast elkaar en er kwamen steeds meer boten aanvaren. Die werden tijdelijk even ergens anders naar toe verwezen in de voorhaven. Op een gegeven moment stond er voldoende water boven de drempel en werden de wachtenden één voor één naar binnen gelaten. Dat werd keurig geregeld door de havenmeesters, je moest netjes op je beurt wachten. Als één van de laatsten kon ik ook naar binnen. Om ongeveer 9 uur nog lekker even in het zonnetje van mijn warme maaltijd genoten. Ik blijf hier morgen in elk geval ook nog en misschien nog wel een extra dag. Daarna wil ik naar Jersey.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten